In 2020 ben ik bevallen van onze zoon Yves. Via een geplande keizersnede, met 36+1 weken, omdat er destijds met de 20-weken echo een velamenteuze navelstrenginsertie was vastgesteld en bij nadere echo’s ook vasa previa. Na de geboorte, zagen we duidelijk de vaten van de navelstreng in de vliezen lopen van een hoefijzervormige, meerlobbige placenta. Mijn volledige geboorteverhaal is ook op deze website te lezen.
Eind 2022 raakte ik weer zwanger. Mijn grote wens was om van dit kindje vaginaal te kunnen bevallen. Ik bereidde me zo goed mogelijk voor en las me zoveel in als ik kon. Ik ging op gesprek bij meerdere ziekenhuizen en besprak al mijn wensen en de mogelijkheden bij een VBAC (vaginale bevalling na een keizersnede). Bij de 13-weken echo, vroeg ik om extra goed naar de navelstrenginsertie te kijken. Die zag er goed uit, wat mij erg emotioneel maakte van opluchting. Ook bij de 20-weken echo zag alles er goed uit. We hadden dezelfde echoscopiste gevraagd die bij Yves de velamenteuze insertie had ontdekt en ook zij zag niks vreemds.
De weken vlogen voorbij en ik begon erg uit te kijken naar de bevalling. Natuurlijk ook erg spannend, maar zeker een leuk vooruitzicht.
Bij 30 weken zwangerschap op dinsdagochtend 11 april, de dag na Pasen, hadden we een afspraak bij een nieuw ziekenhuis. De arts was heel aardig en het voelde goed om daar te bevallen. Diezelfde avond ging ik rond 20 uur plassen en opeens zat er bloed in de pot en aan het papier. Mijn zoon Yves van toen 2 stond er toevallig bij en zei ‘mama heeft bloed aan d’r billen’.
Ik schrok, maar maakte me niet direct grote zorgen. Ik belde de verloskundige en zij was ook niet direct ongerust, maar vroeg me om later die avond terug te bellen met de status.
Het bloeden werd niet veel erger, dus ik ging maar gewoon slapen. Om 5u ‘s nachts moest ik plassen en dit keer was er wel meer bloed, maar ik wilde de verloskundige niet onnodig wakker bellen (later kreeg ik hiervoor op m’n kop van haar). In de ochtend leek het weer minder en begon ik aan mijn werkdag. Toch bleef het knagen en had ik het idee dat ik mijn dochter minder voelde. Ik belde toch weer de verloskundige en deelde mijn zorgen. Op basis daarvan kwam ze langs. Gelukkig deed mijn dochter het heel goed. Toen ze de foto zag van de hoeveelheid bloed bij het plassen om 5u, stelde ze voor om naar het ziekenhuis te gaan voor controle. Daar kon ik gelukkig snel terecht. Ik werd aan de CTG gelegd en ook daarop deed mijn dochter het gelukkig heel goed. Ook op de uitwendige echo zag alles er goed uit. Ze hadden in het ziekenhuis voornamelijk de zorg om ‘verminderd leven voelen’ doorgekregen, maar toen ik vertelde dat ik ook een bloeding had gehad, wilde ze toch ook een inwendige echo doen. Dat vond ik prima.
Wat er toen gezegd werd, maaide de grond onder mijn voeten vandaan, terwijl ik veilig op een bed lag. ‘Het lijkt op placenta previa’. Ze wilde het voor de zekerheid even met de gynaecoloog overleggen en verliet de kamer. Ik wist niet wat ik moest voelen. Kon ik de hoop op een vaginale bevalling uit het raam gooien? Of was er nog een klein kansje? Waarom had ik dit nu weer?
Ze kwam terug en vertelde dat ze me toch graag een nachtje wilde houden om zeker te zijn dat het bloeden niet erger werd. Jeetje, dit is wel serieus, wat een toestand.
De volgende ochtend stond dezelfde arts aan mijn bed, waar ik 2 dagen daarvoor kennis mee had gemaakt. ‘Wat doe jij nou hier’, zei ze. ‘Tja, ik vond het zo gezellig dinsdag, ik dacht ik kom de volgende dag weer’, zei ik tegen haar met een knipoog. Helaas moest zij ook constateren dat ik placenta previa had, maar wellicht dat dit nog voldoende van de baarmoedermond wegtrok om vaginaal te bevallen.
In de daaropvolgende weken kreeg ik regelmatig echo’s om de situatie te herzien. Het leek erop alsof de placenta iets wegtrok van de baarmoedermond, maar er bleef veel vaatactiviteit rondom de baarmoedermond. Hierdoor kwamen we, met 34 weken zwangerschap tot de verdrietige, definitieve prenatale conclusie: vasa previa door placenta bilobata. Nog een beetje beduusd van het nieuws definitief niet vaginaal te kunnen bevallen, vroeg mijn man ‘maar de vorige keer moest onze zoon rond de 36 weken gehaald worden, is dat nu weer?’. Ja, jullie kindje zal tussen de 35,5 en 36,5 gehaald moeten worden’, zei de arts. Dat is op z’n vroegst over 1,5 week al! Ik was nog niet eens met verlof en moest nog 1001 dingen doen.
In de dagen daarna zouden we gebeld worden voor een datum. Het telefoontje kwam pas 2 dagen later en de dag was een bijzondere: mijn mans verjaardag! Ik heb 3x gevraagd of het echt niet anders kon, maar helaas, het was druk i.v.m. de feestdagen (Hemelvaart). Dus toen belde ik mijn man en vroeg ‘Wil je een dochter voor je verjaardag?’. Hij zei eerst geschrokken ‘nee’, maar toen ik uitlegde dat het echt niet anders kon, legde hij zich erbij neer en we gingen er voor.
We vertelden alleen onze ouders de precieze datum, zodat het voor de rest van onze familie en vrienden een verrassing zou zijn.
Op vrijdag 19 mei om 7 uur meldden wij ons in het Langeland (nu Haga) ziekenhuis in Zoetermeer. Ik werd opgenomen en klaargemaakt voor de operatie. Spannend en ook erg leuk! Hoe zal ze er uit zien? Hoe groot is ze? Zal ze het goed doen met haar vroege termijn van net geen 36 weken?
We waren als eerste aan de beurt en mochten rond 8 uur richting de OK.
In de pre-op was een relaxte sfeer en we kwamen zelfs nog een bekende tegen. Toen de anesthesist en gynaecoloog aanwezig waren, werd ik naar de OK gereden. Daar kreeg ik een ruggenprik en werden de verdere voorbereidingen getroffen voor de keizersnede. Iedereen was aardig en ook hier was de sfeer goed. Mijn wensen werden doorgenomen en besproken,
en toen begon het ‘echte’ werk. Op het moment dat de gynaecoloog bij mijn baarmoeder was gekomen, zag ze een situatie die haar zorgen baarde. De baarmoeder was niet glad, maar hobbelig met duidelijk zichtbare vaten aan de buitenkant. Hierop riep zij de hulp in van haar collega gynaecoloog. Toen hij gearrive
erd was, gingen ze samen verder om onze dochter ter wereld te brengen. Na een paar minuten hoorde we ‘daar komt die kleine!’. Snel deed ik het luikje in het doek omhoog om haar geboren te zien worden. Daar was ze dan, onze lieve Lexi! Geboren op 9:02 uur. Ze liet gelijk goed van zich horen en wat was ze klein! Papa mocht de navelstreng doorknippen en toen was ze veilig uit mijn buik en in de wijde wereld.
Ze werd even gecontroleerd en mocht daarna bij mij liggen.
Dat duurde helaas niet lang. Men wilde haar verder controleren en met mij ging het niet goed. Lexi ging met papa naar de kinderafdeling. Ik bleef op de OK. Normaliter duurt het zo’n 30-45 minuten voordat ze de wond weer gesloten hebben en voordat je naar de afdeling kan. Die verwachting hadden wij, maar het liep anders. Al snel bleek dat ik veel bloed verloor. Er moest bloed komen om dit weer aan te vullen. De artsen handelden snel en kundig, maar de spanning was voelbaar. Ik begon me licht in mijn hoofd te voelen en werd angstig. Het schoot door mijn hoofd en ik sprak het uit naar de anesthesist, wiens hand ik vastpakte ‘Ik moet wel blijven leven. Ik heb 2 kinderen en een man, ik kan niet gemist worden’. Hij verzekerde mij dat ze net waren begonnen en dat hij me onder volledige narcose zou gaan brengen. Daar was ik ook aan toe, want het was eng en pijnlijk. Kort daarna kreeg ik een kapje op en viel ik in een kunstmatige slaap.
Ondertussen werd op de kinderafdeling Lexi aan allerlei apparatuur en in de couveuse gelegd, ook al deed ze het heel goed voor haar vroege termijn. Er werden wat testen gedaan en er werd voorgesteld om Lexi alvast te voeden. Mijn man wilde wachten totdat ik terug was, omdat ik graag direct met borstvoeding wilde starten, maar het duurde te lang. Ook was Lexi iets afgekoeld, dus mijn man ging heerlijk huid-op-huid met haar buidelen en gaf haar daarna haar eerste flesje. Ondertussen ongeduldig afwachtend waar ik bleef.
Even later kwam de gynaecoloog binnen en vroeg iedereen om te gaan zitten. Ze vertelde dat het niet goed ging met mij. Het bleek dat de placenta op meerdere plekken was ingegroeid in mijn baarmoeder (placenta increta) en daardoor lukte het niet om deze te verwijderen. Hierdoor was ik veel bloed verloren en het lukte niet om het bloeden te stoppen. Er was contact geweest met het Erasmus MC in Rotterdam en ik zou per mobiele IC daarheen worden verplaatst, om daar verder te worden geopereerd.
Uiteraard was dit een grote shock voor mijn man, die daar alleen met een paar uur oude baby zat, in onzekerheid of zijn vrouw en de moeder van zijn kinderen dit zou overleven. Ook Lexi moest per ambulance naar het Erasmus MC. Eerst was het niet zeker of mijn man met haar mee kon, dus belde hij mijn ouders met het goede en het zorgelijke nieuws. Ze waren gelukkig al in de buurt, dus ze kwamen direct naar het ziekenhuis.
Omdat mijn situatie stabiel was, werd voorgesteld om Lexi in de OK, die was omgebouwd tot IC, bij mij op de borst te leggen. Mijn man trok weer zijn operatiekleding aan en ging samen met Lexi naar mij toe.
Voor hem was het heel heftig om mij zo te zien, niet zelf ademende aan allerlei apparatuur. Een hele groep medisch personeel stond er om heen, ons nauwlettend in de gaten houdend en afwachtend op de volgende stap. Ze boden mijn man steun en wensten hem sterkte. Lexi vond het erg fijn bij mij. Haar ademhaling was vooraf een beetje kreunend, maar op mijn borst kwam ze tot rust en herstelde ze zich. Eindelijk weer op haar vertrouwde plekje bij mama.
Ongeveer 45 minuten hebben we samen gelegen en toen werd het tijd voor mij om naar het Erasmus MC te vertrekken. Lexi en mijn man gingen terug naar de afdeling, waar ze op de gang mijn ouders tegen het lijf liepen. Wat een dubbele emotie kwam daar los. Ze zagen hun gezonde, roze wolk van een kleindochter, maar ondertussen hing het leven van hun dochter aan een zijden draadje.
Met z’n allen gingen ze naar de kinderafdeling, waar Lexi’s navelstreng een cordring kreeg en iets korter werd geknipt. Daarna werd ze klaargemaakt om in de ambulance te gaan, mama achterna naar het Erasmus MC. Gelukkig kon papa met Lexi mee in de ambulance, zodat zij niet ook gescheiden werden. Mijn ouders reden achter de ambulance aan. In de ambulance werd mijn man gebeld door het Erasmus MC om te vertellen dat ik daar aangekomen was. Ze gingen mijn situatie bekijken en zouden terugbellen met het behandelplan, als daar tijd voor was. Kort daarna belden ze terug en zeiden dat ik stabiel was en dat ze gingen proberen de placenta te verwijderen en het bloeden te stoppen, maar dat de kans bestond dat mijn baarmoeder verwijderd moest worden.
Na een aantal lange uren wachten, kwam er eindelijk bericht. Ik was stabiel, het bloeden was gestopt, maar daarvoor hadden ze wel mijn baarmoeder moeten verwijderen. Ik werd op de IC geplaatst en even later mochten Lexi, mijn man en mijn ouders naar mij toe. Ik was nog geïntubeerd en werd langzaam wakker gemaakt. Op dat moment merkte ik dat zelf nog niet, maar het eerste wat ik voelde was een zuurstofslangetje in mijn neus.
Toen ik mijn ogen open deed, keek ik recht naar de klok. Daar stond de datum en tijd op. 17 uur nog wat.. huh? Ik ging onder narcose rond 9:30 en nu is het ruim 8 uur later. Wat is er gebeurd? De gebeurtenissen daarna herinner ik met vlagen, maar het eerste was ik weet is dat mijn moeder zei ‘je bent in het Erasmus’. Wat? Hoe kom ik hier vanuit Zoetermeer en dat alles onder narcose? Daarna vertelde mijn man over het vele bloedverlies (12 liter in totaal), de ingegroeide placenta en over het verwijderen van mijn baarmoeder. Een paar uur later kwam ook de gynaecoloog-oncoloog, die mijn baarmoeder had verwijderd, het hele verhaal vertellen. Wat een avontuur, maar wat een geluk dat ik er nog ben.
Ik heb een groot offer moeten brengen, mijn baarmoeder, mijn vruchtbaarheid, maar ik heb er mijn prachtige dochter en mijn eigen leven voor terug.
We zijn inmiddels bijna een jaar verder. Het herstel is gelukkig voorspoedig gegaan en we genieten van ons complete gezin van 4. Grote broer Yves, kleine zus Lexi, de liefste papa en een gezonde mama!
Ik heb een groot deel van Lexi’s eerste dag gemist, maar ik kan gelukkig de gaten een beetje opvullen met de foto’s van onze geboortefotograaf. Dat kan ik iedereen met een geplande keizersnede zeker aanraden!
Ook haal ik veel steun uit het delen en lezen van verhalen en ervaringen van lotgenoten in groepen op Facebook. Grote dank daarvoor ook aan de Vasa Previa groep en Marlou van Dijck, waar je altijd je verhaal en zorgen kan delen.