Adviezen VPF

De Vasa Previa Foundation heeft de volgende adviezen en richtlijnen overgenomen uit de wetenschappelijke literatuur:

 

RISICOFACTOREN, TESTEN EN BEHANDELING

Gericht echo-onderzoek is de sleutel tot de diagnose vasa previa.

 

Risicofactoren:

  • Laagliggende placenta of placenta previa
  • Tweelobbige of succenturiate placenta
  • Velamenteuze navelstrenginsertie
  • In vitro fertilisatie zwangerschappen
  • Meerlingzwangerschappen
  • Baarmoederoperatie of curettage
  • Pijnloze bloeding

Diagnostische testen:

  • Controle placenta-locatie tijdens alle routine echo-onderzoeken
  • Color Doppler scan van de aansluiting navelstreng-placenta tijdens alle routine echo-onderzoeken
  • Transvaginale color Doppler echo voor vrouwen met risico factoren
  • Bloedtest om de herkomst van het bloed te testen als er geen directe foetale nood is

Behandeling bij vasa previa:

  • Beperkte activiteiten van de zwangere
  • Bevalling per keizersnede tussen 34 en 37 weken zwangerschap
  • Bij voorkeur ziekenhuisopname ten minste een week vóór de geplande keizersnede
  • Eventueel corticosteroïde-injecties om longrijpheid foetus te bevorderen
  • Onmiddellijke reanimatie van het kind en bloedtransfusie, in het geval van het scheuren van een vasa previa
  • Onmiddellijk contact met het ziekenhuis bij bloedverlies of beginnende weeën.

De Vasa Previa Foundation is ervan overtuigd dat de dood van een kind door vasa previa een te voorkomen tragedie is. VPF-aanbevelingen zijn gebaseerd op het geconsolideerde resultaat van wetenschappelijk onderzoek, technologie en ervaring met honderden vasa previa families. De dood van het kind of blijvend letsel kan voorkomen worden wanneer vasa previa voortijdig wordt vastgesteld en een keizersnede wordt uitgevoerd bij 34 tot 37 weken.